Pagina's

Tuesday, April 7, 2015

Omgepot



Ik legde net de laatste hand aan het oppotten en spalken van een gehandicapte sanseveria toen er plots vanuit de badkamer een zacht gespetter klonk. Verbaasd keken mijn kat en ik elkaar aan. Aldaar trof ik twee vaalbruine keuteltjes aan, wijdbeens dobberend tussen mijn eveneens drijvende haarverzorgingsproducten.
Foute boel, besloten de kat en ik. Ik ging direct op zoek naar mijn telefoon, want naast zachtjes wenend de stabiele zijligging aannemen is bij huishoudelijk falen ook het inschakelen van specialistische hulp cruciaal. Goddank was het zondagavond rond de klok van Studio Sport. Loodgieters te over…hmm?!
Nu ben ik gelukkig gezegend met frappant gevoel voor dramatiek die hier ingezet niet onderdeed voor het symptomatisch breekpunt in ‘Help, mijn man is John Williams’ en had ik nog voor de aftrap van de derde helft een loodgieter in mijn badkamertje, waar intussen onder luid gejoel het golfslag-kwartiertje was begonnen. Beeldspraak natuurlijk, want eigenlijk was het gewoon een kolkende plas met de poep van 1hoog.
Dat het niet zou neerkomen op vijf minuten ritmisch ploppen in de pot, werd duidelijk na het binnenrijden van de Turbo Flusher, in deathmetal uitvoering.
Ik liet de boel de boel en trok mijzelf en de kat even terug. Een uur later stond de loodgieter voor mijn neus, bedekt onder een laag kruipruimte waarvan ik het bestaan niet wist. Hij slingerde een wit apparaat voor mijn ogen: een tandenborstellader. Maar niet de mijne. Ik kon mij ook niet heugen dat ik er ooit een in de wc had opgeborgen. In zijn andere hand droop een pyjamabroek met paaseitjes-print. Nog voordat ik ‘huh?’ kon zeggen klonk er een angstaanjagend gegil, gevolgd door een bons. In mijn tuin naast de schutting en een duidelijk geschrokken sanseveria lag mijn buurvrouw. Lijkbleek, angstig in zichzelf mompelend in slechts een nachthemd met paaseitjes-print.
Trillend beschreef ze hoe er zojuist een monster uit haar toilet omhoogschoot en moordlustig en allesverslindend van wastafel tot wasmand om zich heen greep. Ze kon nog net voorkomen dat hij haar been te pakken kreeg en haar het riool in zou sleuren.
Het monster?: De iets te ver doorgeduwde draaiveer van de loodgieter, die via een verkeerd aangelegde leiding enthousiast de huisraad van de buurvrouw binnen harkte. Haar totale verwarring bij het zien van haar halve badkamerinrichting in mijn huis was de druppel. Ik lig de aankomende week onder de tafel dus die sanseveria kan voorlopig even de pot op.

Tuesday, December 30, 2014

Oudejaarsconference voor Buitenveldert


Op oudejaarsdag liep ik met twee oliebollen min een hapje door Buitenveldert. Het was traditioneel parapleurisweer. Om mijn één oliebol plus een klein stukje niet te laten verzompigen stapte ik binnen bij een nieuwe koffietent – excuseer , koffieboetiek - die zo hip is dat ik eigenlijk mijn baard had moeten laten staan. Ik bestelde de Koffie van de Dag; een (h)Eerlijke Bleuh-bla-plâh met duurzaam Gemberschuim en Lijnzaadcapsules en liep hiermee een kleine 20 minuten later trots naar een kruk bij het raam. Dat vind ik fijn, bij het raampje zitten. Ik keek aan de ene kant uit over de ijsbaan op het Gelderlandplein, alwaar een heus mediacircus was opgezet. Kennelijk had Nederland nèt tegen Nederland geschaatst nadat ze een ronde daarvoor al Néderland hadden verslagen en toen had Nederland gewoon gewonnen! En dus stonden er busjes en bosjes mensen in Oranje huispak met pils in de hand onze toeschouwende Koning toe te zingen, die zich al joelend voor de gelegenheid in trainingspak bovenin een goud met brons en zilveren kerstboom had gehesen. Gewoon in Buitenveldert! Buitenissig…

Op links was mijn uitzicht wat rustiger, maar minstens even gezellig: Tussen de met politielint afgezette en in ijspegels gehulde hittelamp op het terras van 'L’HotSpot du Barista' en de wipkip van de buur, Super, hadden een aantal mannen kamp opgezet. Ook deze heren bleken geen onbekenden. Jawel: het was Bram M. uit A! Die glanzende zilverwitte krullenkorst herken je zelfs bovenop een oud paradijsvogelkostuum van Gordon. Bram bleek gezellig keuvelend met de charismatische maar ongrijpbare leider en ‘Seksrabbijn’ van het progressieve Jodendom. Bijna kneuterig #saampie aan een bruut in de steek gelaten Radler en kopje soep sabbelend. Even dacht ik ook nog Yolanthe Sneijder Cabau in de tent te zien zitten, maar de belichting liet sterk te wensen over. Dus wat dat betreft had het had net zo goed een korrelige Onno Hoes kunnen zijn. Nog na-knabbelend op mijn lijnzaadcapsules, zachtjes meezeuriënd op de kerst-cd van wijlen Robin Williams (of was het nou Robbie? Ach. #YOLO) liep ik met mijn halve oliebol de tent uit en – komt’ie...poëzie -  een nieuw jaar tegemoet.
Snik! Jaha. Nu moeten we dus weer sobertjes wachten tot op 17 januari de volgende nationale feestdag voor de deur staat: de openingsceremonie en voorselectie van het Nationaal Zwarte Pietendiscussie-seizoen.

U ligt inmiddels al een aantal dagen voor op mij, maar ik wens u toch nog graag- naast de allerbeste wensen en een nauwsluitende ziektekostenpolis  - nèt zo'n uitstekend uiteinde als dat van Kim Kardashian.

Monday, October 20, 2014

HERFST.



Het wordt al weer vroeg laat en de NS heeft alvast bussen ingezet.
Het is herfst. Ieder jaar weer moet ik keihard vechten tegen mijn najaarsdip, en daar word ik heel neerslachtig van.
Het begint altijd met het eerste loze weeralarm en de traditionele verontwaardiging over het feit dat de pepernoten van 2018 alweer in de schappen liggen. Meestal roept dit laatste bij mij nog enige feestvreugde op, maar helaas is dit jaar zelfs de Piet zijn zomerse kleurtje alweer kwijt. Nee. Dit jaar zullen we het moeten doen met een in de schaduw belegen stuk Gouda. Het druilerige spat er voor mij zó van af dit jaar, dat ik vrees dat de gebruikelijke tips tegen de herfst blues me niet zullen gaan helpen. Immers, zonlicht om tweemaal daags 15 minuten op te zoeken is er gewoonweg niet, ik hou nou eenmaal niet van verkwikkende spitskool met mineraalwaterdressing en Norah Jones uit haar stal halen en driftig gaan zitten theedrinken op de bank: Dacht het niet, vriend. Dus ik heb het internet geraadpleegd voor potentiële super tips.
Ik deel ze graag met u. Maar of ze ook wetenschappelijk verantwoord zijn weet ik niet, want als onderzoeksjournalist ben ik redelijk snel tevreden.
Oké.
*Hoe vermoeiend het ook mag klinken: ook in de herfst te allen tijde keurig uw gazon, terras en oksels bijharken doet wonderen voor de gemoedstoestand en het zelfvertrouwen.
*Berust u hierin: Het glas kan nooit helemaal leeg zijn als het regent.
*Binnen blijven? Kaarten schrijven! Omdat schrijven leuk is. Omdat post krijgen nog leuker is. Karmapunten!
*In elk artikel over herfstmalaise kwam ik het woord pompoen tegen. Kan geen toeval zijn. Denk aan een pompoen als decoratie bij de voordeur, met wat room in de soep of als haar accessoire: Experimenteer tot dat u de gebruikswijze vindt die bij u past!
*Ik ben ontzettend verslaafd aan het kijken van dierenfilmpjes op YouTube. Heel vaak vind ik mijzelf om 6 uur ’s ochtends terug in een domino van in slaap vallende kuikentjes en katten in pizzadozen. Mega-herfsttip: filmpjes van dieren die zich compleet in de herfsttaferelen storten. Babygeitjes in te grote hoopjes bladeren. Katten verkleed als pompoen. Huilen!
Mocht dit alles nou geen snars helpen en ik in bikini naast het doucheputje beland: Veel goede columns komen voort uit diep mishagen en enorme depressies, dus dan komt alles toch nog op z’n pootjes terecht.

BUREN. BUITENVELDERT COLUMN SEPTEMBER


Iedereen heeft buren. Daar ontkom je niet aan.
Volgens onderzoek van het CBS zegt 1 op de 3 huishoudens last te hebben van de buren.
Dus toen ik een jaar geleden mijn huidige huis betrok, besloot ik maar uit te gaan van het positieve. Dan kon het slechts tegenvallen.
Maar joepie! Ik vind mijn buren stuk voor stuk geschikt. In hun hulpvaardigheid en gezellige aanwezigheid òf juist hun terughoudendheid, zoals bij mijn bovenburen: een lichtvoetige vader, moeder en zoon - al verdenk ik de zoon ervan stiekem twee jaar ouder te zijn dan zijn vader.
In deze buurt voel ik voor het eerst in mijn 7 jaar Amsterdam een soort ons-kent-ons dorpsgevoel, waarin handige buurmannen je met een boor te hulp schieten en mensen graag koekjes voor elkaar bakken. Of een zakje met appelflappen over je schutting hangen, zoals mijn allerlievelingste buurvrouw regelmatig doet. De vrouw is een zegen.
Mijn overburen 'zie' ik het meest;  Trees en Ger. (Ik noem ze voor de privacy hier maar even T & G.)
Daar ik principieel altijd in de tuin zit omdat ik een tuin heb en mijn overburen een aantal keren per dag in hun aangrenzende keuken komen omdat dat er nou eenmaal bij hoort, kun je hier spreken van een hechte band. T & G weten alles van mij : "Je zult vandaag wel moe zijn, na gisteren." "Had je vriend nu alweer de verkeerde kaas meegebracht?" en ik van hun: G hangt de natte was op, T is verantwoordelijk voor de droge. T moet “niet zo stronteigenwijs doen' en G moet "lààt nou maar’en".
Ondanks hun droge prozaïsche optreden zijn ze stiekem heel lief. Laatst kwamen ze op mijn verjaardagsfeest, voorzien van net overhemd èn cadeau, welk zo snel in mijn handen werd gedrukt dat ik dacht dat ze zojuist van hun geloof waren afgestapt. “Hier. Een plant voor in je tuin die nog wèl leeft.”  Geestig ook: G nam een witte wijn, want "T is vanavond de bob, hihi!".
Verder woont er in mijn straat o.a. een oudere man wiens broek steeds afzakt en mij liefkozend Prinses Betty (?) noemt; een bloembak-moraalridder; een man zonder bloembak en/of behoefte daaraan en als bonus grenst mijn tuin aan het stembereik van een uitgesproken vrouw met Tourette in het bezit van een obsessie voor de Noord-Zuidlijn en openstaand keukenraam. U merkt, ik heb het er maar druk mee.
Dus. Voor nu.
Iedereen heeft buren. Gelukkig wonen die van mij dichtbij.

Monday, July 22, 2013

BEEN THERE


FOMS
Fear  of  Missing  out  on  Something
àThe emotion that compels you to join your friends, colleagues or peers at a social event, when you know you shouldn't, can’t, or actually really don't feel like it.
à “I was really tired from the night before but I got a serious case of the FOMS so went out anyway.”

I have to admit to having the ‘FOMS’ on a regular base.
Not particularly proud to reveal this, but my therapist always tells me to share my shortcomings so I will come across as more approachable to the average.

For me, this FOMS-ordeal started at a young age. I remember to pretend to be clinically dead when my parents –God bless their bank account- urged me to “Come with!” to their farting old friends. Brilliant as my staged death act always kicked off; the minute my parents left me for fake-dead in my crafty cardboard coffin, I just KNEW that my theatrically living brothers would be rewarded with the best home baked cookies at grown-ups Scotch-time.
Immediately the FOMS would kick in without repentance and my coffin would be soaked with my blue-est bodily fluids by the time they returned with perfectly crafted crumbs stuck to their stupid smiles.

Sad thing is though, that now that I am ten (twenty-five *AAB) years older, I still don’t seem to have learned a thing.

I partly blame it on the industry I (pretend to *AAB) work in.
Apart from the cast of ‘Goede Tijden Slechte Tijden’ and Ben & Dean Sounders’ parents, I believe people working in the advertising-industry to be the most exposed to potential FOMS.
We have Pre-Cannes borrels, Cannes-themselves borrels, After-Cannes borrels, Don’t-Forget-About-Cannes borrels, Cannes-Picture-Swopping borrels, X-Pollination, Pop Up Petanque, massive Massive borrels and of course 365 –ex-tre-me-ly important- Annual Award Shows.

All of the above certainly is one of the attractions of the industry to me, but it can make me quite anxious too.
I believe the constant stream of information, multiplied by the countless social-networking sites, has made this often well-disguised phenomenon even bigger and more intrusive in our self-assured adult life. After all, it's easy to feel you're missing out when the event announcements and all their blissful live-feed pictures are popping up on your timeline when at that same moment you are picking your nose in front of your cat.

An example:                                                                                                                                        
This year I skipped Cannes’ Lions.
Sounded very mature and cocksure at first.
But because of the extreme blizzards and the devastating showers that had taken Amsterdam by storm, I was basically imprisoned with Facebook as my only connection to the ‘scene’.
Whilst eating moldy pumpernickel bread, I saw steamy French baguettes, richly decorated with Tim Mintiens' famous BBQ-prawns flashing by on my once so me-dominated newsfeed. All this sunny food was impeccably sandwiched between perfectly bronzed boobs and shimmering pools.

Man, did I cry.

The fact that the bronzed boobs belonged to my ex-boyfriend -who seemed to have a perfect good time without me- as well as the fact that the pool used as the setting had been that very same pool I once so joyfully peed in, made it even more unbearable for me to watch.

Sure. Deep down inside, I do realize that without having a part of my left earlobe tagged once a day, in a way social life still can be somewhat fulfilling.
I mean; I know my parents will still love me regarding my lack of social recognitions, and cats and hamsters don’t even know what Facebook-invites are.
But hey, despite them positives:
At the end I’m still that living little dead girl laying in a cardboard coffin, just wishing to have ‘been there’ at cookie-time.